
Twee weken voor de vakantie had ik weer een intense sessie bij Lies gehad.
De nasleep was bikkelhard. Diepe, oude pijnen kwamen naar boven en schreeuwden om gehoord te worden.
Dat wist ik ondertussen al: dit was helen. Maar ik was uitgeput van al dat helen, alsof ik niets anders deed.
Mijn lichaam voelde vermoeid, leeg zelfs.
Het moest stoppen. Ik was moe, niet alleen fysiek, maar ook mentaal en emotioneel.
En dat frustreerde me enorm. Waar was die enthousiaste, levenslustige Cindy?
Die was er, dat voelde ik wel, maar het lukte me niet om haar wakker te krijgen.
Toen onze vakantie deze zomer samen begon, had ik mezelf voorgenomen om er samen met mijn dochters een onvergetelijke tijd van te maken. De druk die ik op mezelf legde was enorm.
In mijn gedachten moest deze vakantie perfect zijn, vooral omdat mijn jongste naar het middelbaar ging en ik me zorgen maakte dat haar kinderlijke enthousiasme zou verdwijnen.
Deze druk, samen met mijn eigen innerlijke strijd, maakte het moeilijk om echt aanwezig te zijn in het moment.
Het was woensdag en we gingen suppen. De meisjes vonden het geweldig—drie uur op het water, een feest van plezier en avontuur. Terwijl zij zich vermaakten, worstelde ik met mijn somberheid. Ik onderdrukte mijn gevoelens en concentreerde me op het maken van plezier voor hen, terwijl mijn eigen innerlijke gevecht mijn energie opslokte. Telkens weer viel ik terug in een valkuil die mijn hele leven lang terugkwam, een vicieuze cirkel die zwaar op me drukte.
Op dat moment had ik natuurlijk nog geen idee dat ik ADD had. Het was een periode van intense zelfreflectie zonder de juiste inzichten. Na een tijdje besloot ik wat verder te dobberen. Ik lag op mijn plank, starend naar de lucht, en probeerde mezelf gerust te stellen:
"Je bent in een prachtige omgeving met je allerliefsten, waarom lukt het je niet om echt te genieten?" Terwijl een traan over mijn wang rolde, hoorde ik de meisjes in de verte lachen en spelen. Hun plezier gaf mijn hart zowel een warme gloed als een pijnlijke herinnering aan mijn verlangen om een positieve invloed op hun leven te hebben.
De spanning tussen het willen zijn in het moment en het constante gevoel dat ik tekortschiet, maakte me alleen maar vermoeider. Ik voelde me verscheurd. Ik vroeg me af hoe lang ik dit nog vol zou houden. Op dat moment fluisterde ik naar boven: "Geef me richting, alsjeblieft. Ik wil niet zo verder dobberen in het leven. Ik wil vertrouwen en leiding vinden." Mijn verlangen naar verandering was diepgeworteld. Ik wilde niet alleen genieten van het moment, maar ook werkelijk geloven in mijn vermogen om het beste uit mezelf en mijn situatie te halen.
Het was pas later, na het ontdekken van mijn ADD, dat ik volledig begreep waarom ik zo worstelde met deze vicieuze cirkels en mijn eigen verwachtingen. Deze vakantie was niet alleen een tijd van plezier en ontspanning, maar ook een gelegenheid voor persoonlijke reflectie en groei. Nu ik me bewust ben van mijn ADD, zie ik de uitdagingen die ik onderging in een nieuw licht. Ik begrijp nu beter waarom ik soms vastloop in mijn eigen gedachten en hoe die innerlijke strijd me zo vaak terughoudt.
Het blijft een zoektocht naar balans en zelfbegrip, maar ik ben vastbesloten om met meer vertrouwen en richting te leven, voor mezelf en voor mijn dochters. Wat ik leerde tijdens die zomer was dat het oké is om niet altijd de 'perfecte' ouder te zijn, zolang ik maar aanwezig ben—zowel voor hen als voor mezelf.

Een gesprek over ADD: Voor onze dochter, voor onszelf
Na mijn openhartige gesprek met de zorgjuf wist ik dat ik dit ook met de papa van mijn dochter moest bespreken. Het was een belangrijke stap, zowel voor onze rol als ouders als voor de ondersteuning van onze dochter. Toch voelde ik een drempel; ik wist niet hoe hij zou reageren en vond het spannend om dit gesprek aan te gaan.
We spraken af om via Teams te overleggen, een praktische oplossing waardoor ik het niet voor me uit kon schuiven. Ik deelde eerlijk wat ik had ontdekt: de kenmerken van ADD bij onze dochter en hoe ik deze ook bij mezelf herkende. Ik vertelde hem dat ik dit al met de zorgjuf had besproken en dat het voor mij een worsteling was om dit ook met hem te delen.
Zijn eerste reactie was terughoudend. Hij uitte zijn zorgen over het ‘labelen’ van onze dochter en vroeg zich af wat dit voor haar zou betekenen. Ik begreep zijn bezorgdheid, maar voor mij was het vooral belangrijk om het taboe rond ADD te doorbreken en samen te kijken hoe we haar het beste konden ondersteunen. Ik benadrukte dat ik het gesprek eerst met hem wilde aangaan voordat er verdere stappen werden ondernomen.
Toen ik aangaf dat structuur voor mij een uitdaging was, merkte ik dat dit een gevoelig punt was. Ik probeerde duidelijk te maken dat ik mijn best deed om stabiliteit te bieden, maar dat dit niet altijd vanzelf ging. Dit leek binnen te komen.
Het gesprek verliep op sommige momenten stroef, maar ik voelde ook dat het nodig was. We deelden onze bezorgdheden en onze hoop voor onze dochter. Het gaf me een bepaalde opluchting om dit uitgesproken te hebben, ongeacht hoe we er ieder individueel in stonden.
Voor mij bleef één ding overeind: hoe onze dochter zich voelt en wat zij nodig heeft, is belangrijker dan de verschillen tussen ons. Dit gesprek was een stap, misschien niet perfect, maar wel nodig. En soms is dat genoeg.

Ik wist dat de volgende stap voor de deur stond.
Ik voelde het in heel mijn wezen, alsof mijn hele lichaam me eraan herinnerde dat ik dit niet kon uitstellen.
Uitstelgedrag, dat is iets wat ik altijd met me me heb gedragen – en nu besef ik dat het één van die typische ADD-symptomen is. Maar dit keer mocht ik het niet laten liggen, dit ging om mijn dochter.
Terwijl ik nadacht over wat ik moest doen, katapulteerde ik mezelf terug naar mijn eigen kinderjaren.
De pijnscheut die ik voelde was zo herkenbaar, een echo van mijn eigen jeugd.
Ik herinnerde me het gevoel van anders zijn, zonder te weten waarom, en ik wilde koste wat kost voorkomen dat mijn lieve dochter diezelfde last zou dragen.
Ik moest denken aan een moment tijdens de zomervakantie, toen ze naar me toekwam met een gefrustreerde blik. "Mama," zei ze, "ik wil zo graag die chaos in mijn kamer op orde krijgen, maar waarom lukt het me niet?"
Ik voelde haar frustratie tot in mijn kern. Die woorden raakten me diep. "Ik voel jou, lieve schat," zei ik zachtjes. "Mama heeft dat ook, en dat is oké. We gaan elkaar helpen om dit samen aan te pakken."
Na dat gesprek met de zorgjuf wist ik dat het tijd was om ook met haar vader te praten. Ik pakte mijn telefoon en begon een berichtje te typen: " ik zou graag iets met je willen bespreken. Iets waar ik al een tijdje over nadenk. Ik heb er wat tijd voor nodig gehad om het helder te krijgen, en ergens heb ik het ook wat voor me uitgeschoven. Maar nu wil ik het graag met jou delen. Ik vind het belangrijk om dit niet via de telefoon te doen, dus misschien kunnen we binnenkort afspreken. Maar toen ik klaar was met typen, lukte het me niet om op verzenden te drukken. Het stemmetje in mijn hoofd fluisterde constant: "Beeld je het jezelf allemaal niet in? Wat zal hij wel niet denken?" De negatieve gedachten begonnen de bovenhand te nemen. De angst bleef op de achtergrond. Wat als ik het niet bij het rechte eind had?
Op dat moment besloot ik een kaartje te trekken, iets dat me vaak moed en inspiratie gaf. Ik trok het kaartje met de woorden: "Zing je eigen lied." De boodschap was duidelijk: heb de moed om uit te vliegen; Ontdek je eigen stem en zing uit volle borst. De wereld heeft behoefte aan jouw ware lied! Bij die woorden voelde ik een kracht in me opkomen, en met een diepe ademhaling drukte ik op "verzenden".

Het gesprek met de zorgjuf liep ten einde. Ik was fysiek aanwezig, terwijl mijn ex-partner via Zoom deelnam.
Alsof het zo had moeten zijn; het gaf me de ruimte om dit moment zelf te ervaren. De juf had iets warms en empathisch over zich, wat de stap om mijn gevoelens te delen net iets makkelijker maakte.
Ik voelde een knoop in mijn maag en een trilling in mijn stem toen ze vroeg of er verder nog iets was.
Mijn hart klopte in mijn keel, maar ik wist dat ik het moest zeggen.
"Ik zit nog met een gevoel," begon ik voorzichtig, terwijl ik mijn handen op mijn schoot vouwde.
En toen de woorden eenmaal kwamen, voelde het alsof ik een drempel overstapte.
Ik vertelde haar dat ik symptomen van ADD herkende bij mijn dochter, en dat het me niet meer losliet.
De zorgjuf luisterde aandachtig en met oprechte interesse.
Ze nam mijn woorden serieus, zonder oordeel, en stelde voor om met het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) in gesprek te gaan om te kijken wat ze konden doen.
Ik slikte even, en toen besloot ik nog een stap verder te gaan.
Ik deelde iets wat ik tot dat moment nog niet hardop had durven zeggen: "Ik herken die symptomen ook bij mezelf." De zorgjuf keek me even aan, haar ogen vol begrip. "Dat moet heel confronterend voor je zijn geweest," zei ze rustig. "Maar wat mooi hoe je aan zelfreflectie hebt gedaan.
Het feit dat je dit nu deelt, zal je dochter enorm helpen." Haar woorden raakten me diep, alsof ze precies wist hoe zwaar het voor me was geweest om dit te erkennen.
Hoewel ik wist dat er actie ondernomen moest worden, voelde ik dat het belangrijk was om eerst nog met haar papa te praten.
Ik wilde dat we als ouders op één lijn zaten voordat er verdere stappen werden gezet. Dat begreep ze helemaal, en ze stelde me gerust dat er geen haast was.
Ik verliet het gesprek met een mix van opluchting en een zwaar gemoed. Er was een pad geopend dat ik nog niet eerder had gezien, maar ik wist ook dat het niet gemakkelijk zou worden. Toch was er iets in me dat zei dat dit het juiste was, voor mezelf en vooral voor mijn dochter.

Toen ik eenmaal begon te begrijpen wat er speelde, werd de last op mijn schouders zwaarder.
We waren net begonnen aan de zomer, en niet lang daarvoor was bij mijn jongste dochter dyslexie vastgesteld.
Het was een opluchting om eindelijk te weten wat er aan de hand was, maar nu leek er nog een nieuwe "stempel" bovenop te komen: ADD.
De gedachte alleen al voelde als een stomp in mijn maag en een pijnscheut in mijn hart.
Zou ze haar middelbare schooltijd beginnen met nóg een diagnose op zak?
Het voelde zo wrang, en ik kon niet anders dan denken aan hoe ik me al die jaren had gevoeld—anders, onbegrepen, zoekend naar antwoorden die nooit kwamen.
Het was een gevoel dat ik mijn dochter koste wat kost wilde besparen.
Ik wilde niet dat ze zou opgroeien met diezelfde eenzaamheid en verwarring, altijd het gevoel hebben dat ze net niet "klopte" met de rest van de wereld.
Hoewel haar papa en ik gescheiden zijn, hebben we gelukkig een goede verstandhouding.
We hadden al een afspraak met de zorgjuf gepland om te praten over hoe we haar dyslexie het beste konden aanpakken, zeker nu ze net begonnen was op het middelbaar.
Het gesprek verliep goed; De juf was ontzettend begripvol en respectvol naar onze dochter toe.
De zorg en aandacht die ze aan haar dyslexie gaven, stelden me gerust.
Maar terwijl we het gesprek afsloten, bleef ik met een knoop in mijn maag zitten.
Er was nog iets anders dat op mijn lippen brandde.
Moest ik het erover hebben?
Moest ik openlijk bespreken waar ik bang voor was – dat er misschien nog meer speelde dan alleen dyslexie?
Terwijl de juf wegkeek om haar spullen te pakken, hoorde ik een klein stemmetje in mijn hoofd:
Als je het nu niet doet, ga je het jezelf nooit vergeven.
Je weet hoe jij je hebt gevoeld, als kind en nu nog steeds als volwassene.
Ik wist dat ik dit niet kon negeren. Als ik mijn dochter de kans wilde geven om zichzelf te begrijpen, moest ik zelf die stap zetten.