
Laat ze denken, laat ze kijken, laat ze spreken.
Ik weet nog zo goed hoe ik ooit op een stoel bleef zitten.
Twee jaar na het overlijden van mijn dochter.
Één van mijn lievelingsliedjes klonk door de boxen. Mijn ziel wilde springen, wilde dansen, wilde leven. Maar mijn hoofd schreeuwde harder.
“Wat zullen ze wel niet denken? Mijn dochter is dood. Dan ga je toch niet dansen?”
En dus bleef ik zitten.
Verlamd.
Met een knoop in mijn buik en tranen die achter mijn ogen brandden.
Maar weet je… het zijn zelden de mensen om je heen die het hardste oordelen.
Het was niet de buitenwereld die mij daar op die stoel hield.
De grootste saboteur zat in mij.
Mijn eigen overtuigingen. Mijn eigen schuldgevoel. Mijn eigen gedachten.
Wie ben ik om te dansen terwijl mijn hart zo’n pijn doet?
Nu weet ik: die stem in mijn hoofd hield me klein, terwijl mijn ziel al lang wist wat klopte.
Ik weet dat mijn dochter niet liever zou willen dan dat ik dans.
Dat ik leef.
Dat ik aan haar zussen laat zien dat diep verlies en pijn niet betekent dat je niet meer mag leven, maar dat het juist een uitnodiging is om extra te leven.
Want dat is precies wat het leven is: rauw én zacht, donker én licht, rouw én vreugde.
Ik zie mijn dochter niet minder graag omdat ik dans.
Ik zie haar juist héél graag omdat ik dat doe.
Omdat ik door te leven haar blijf eren. Omdat ik weet dat liefde nooit vraagt om op te houden met leven, maar juist uitnodigt om het leven volledig te omarmen.
Vandaag dans ik.
In de zon. Met blote voeten op de aarde. Met wind in mijn haren. Met muziek in mijn hart.
Omdat schuldgevoel nog nooit iemand gelukkig heeft gemaakt.
Maar vrijheid wel.
Laat ze denken. Laat ze kijken. Laat ze fluisteren.
Ik dans. Ik leef. Ik adem.
En ik ben vrij.
Want het mooiste wat ik mijn kinderen kan geven, is het voorbeeld dat je het leven ten volle mag leven, juist als het leven pijn heeft gedaan.
0 Comments